Deze kop van een jonge vrouw is prachtig, ze heeft een schitterende expressie, maar is ook deemoedig, terwijl ze een enorme krachtige uitstraling heeft.
Deze kop is rond 1926 gemaakt door de Belgische beeldhouwer Emiel Poetou (1885-1975).
Hij was een ietwat eenzelvige kunstenaar die geheel zijn eigen gang ging en destijds zeer vooruitstrevend was in zijn manier van werken.
Zijn beelden zijn stilistisch heel sterk,het is duidelijk waarneembaar dat zijn werk beïnvloedt is door het kubisme en het expressionisme.
Deze kop is vervaardigd van gips en de kop heeft een lichtbruin patina, (de kleur is iets lichter dan op de foto's). Voor zover bekend is deze kop nooit in brons gegoten.
De sculptuur is gesigneerd in de nek met "Em. Poetou".
Provenance:
- Waalse particuliere collectie.
- Galerie De Vuyst.
Biografie:
Emiel François Poetou (Gent, 1885-1975 Drongen), beeldhouwer.
Emiel Poetou groeide op in Gent, hij volgde de avondschool (tekenen en boetseren), daarna studeerde hij aan de Academie van de Schone kunsten in Gent en Brussel. Hij was leerling van Jean Delvin, Jules en Louis van Biesbroeck in Gent en in Brussel bij Charles Van der Stappen en Victor Rouseau. Zijn medeleerlingen waren Leon Sarteel, Geo Verbanck en Domien Ingels.
In 1912 ontving hij de vierjaarlijkse prijs voor beeldhouwkunst.
In 1927 besloot hij zich volledig aan zijn kunst te wijden en werd hij beïnvloedt door de Avant-Gardistische stromingen in de lijn van Zadkine, Archipenko en Brancusi.
Hij maakte in de jaren 20 expressionistische naakten , madonna's en koppen. Vanaf 1922 werd zijn werk monumentaler. Ook in de jaren 30 maakte hij diverse portretkoppen op zijn eigen karakteristieke manier.
Na de jaren dertig werd zijn werk steeds abstracter, zijn werken toonden in de jaren 50 een verwantschap met Jean Arp en Henry Moore. Zijn naakten kregen ronde vormen en kronkelende lijnen, ook zijn materiaalkeuzes werden anders, zo spoot hij diverse werken met autolak, maar gebruikte ook polyester voor zijn vormen. Halverwege de jaren begon hij ook diersculpturen te maken en gipsen reliëfs van bloemen en bladeren. Totaal ander werk, overigens.
Na zijn 85e verjaardag begon hij opnieuw constructief te werken en had ook nog steeds tentoonstellingen. Hij was iemand die voortdurend op zoek was naar een andere, vernieuwende vormtaal en innovatieve technieken.
Emiel Poetou heeft ook wapens en medailles ontworpen, het wapen van de Gentse Rijksuniversiteit is van zijn hand.
Literatuur:
-Jean-François Blet, Emiel de Block, Yves de Smet; "Emiel Poetou,
Gent 1885 - Drongen 1975", Edireur Norbert Poulain, Interbellum, Gent, 1986. Afbeelding van deze sculptuur op pagina 51.
- "De Vlaamsche beeldhouwer Emiel Poetou" door Paul de Keyser voor Elseviers geïllustreerd weekblad, jaargang 39 (1929).
-Mieke Marx en Cor Engelen; "Beeldhouwkunst in België, vanaf 1830" Lexicon in 3 delen, Studia, Algemeen rijksarchief Brussel, 2002.
Deel II, p. 1294-1295.
Algehele goede staat, zeker gezien de leeftijd. Er zijn een paar plekjes geretoucheerd.
Materiaal:
Gips
Afmetingen:
Breedte: 24 cm
(9,45")
Hoogte: 47,5 cm
(18,7")
Diepte: 20 cm
(7,87")
Jaar:
circa 1926
Herkomst:
België
Kunstenaar / atelier:
Emiel Poetou,